Jez Humble, David Farley: Continuous Delivery

Reliable software releases through build, test and deployment automation

Software moet zo vaak mogelijk gereleased worden, waarbij bij voorkeur bijna alle stappen van builds, testen en deployment automatisch gaan.

Als het geautomatiseerd wordt is het controleerbaar, herhaalbaar, sneller, niet gevoelig voor menselijke fouten. Dat is wat Humble en Farley toelichten in hun bijbel voor het moderne softwareontwikkelingsproces: Continuous Delivery. Vervolgens lichten ze in zo’n 450 pagina’s toe hoe dat in zijn werk gaat. Ondanks de taaie stof en soms technische insteek een pageturner..

Het boek start heel sterk met “antipatterns”; een beschrijving van patronen waaraan je kunt herkennen dat het niet goed gaat met het ontwikkelproces en de deployment van je software. Pijnlijk herkenbaar in sommige gevallen: na maanden van ontwikkeling wordt iets voor het eerst in een “productie-achtige” omgeving gezet, waar totaal verschillende versies van operating systems, databases, patch levels en dergelijke worden gebruikt, waarna je een hysterische uitwisseling krijgt tussen ontwikkel en beheerteams, want “morgen moet het live”. Iedere keer weer heb je slapeloze nachten bij een nieuwe release, en als er een fout ontdekt wordt in je software kost het dagen voor je ontdekt hebt waar het zit. Dat kan ook anders..

Wat als je bijna iedere functionaliteit die je bouwt meteen afrondt en in productie kan nemen? Dat je zelfs meerdere malen per dag een deployment kan doen in enkele seconden of minuten, dat je vrijwel zeker bent dat het goed gaat en als er toch iets mis is, dat je dat ook in enkele seconden of minuten weer terug kan draaien? Dan heb je je continuous delivery op orde..

Principes van software delivery
– create a repeatable, reliable process for releasing software: zorg dat je je hele proces van ontwikkelomgeving, testomgeving, regressie-omgeving, integratie-omgeving, performancetestomgeving, securitytestomgeving, gebruikerstestomgeving, acceptatie-omgeving, productie-omgeving en wat je nog meer nodig hebt uitgewerkt hebt en op dezelfde manier behandeld
– automate almost everything: zorg dat je zoveel mogelijk automatiseert: van je unittesten, interfacetesten, je builds, je deployment, alles; er is bijna geen reden meer te verzinnen om iets niet te automatiseren.
– keep everything in version control: zorg dat je alles zodanig in versiecontrole hebt, dat je moeiteloos een complete build kan reproduceren of terug kan gaan naar een probleemloze situatie als er iets mis is.
– if it hurts, do it more frequently, and bring the pain forward: de dingen die pijn doen in een ontwikkelproces: een build maken, deployment near andere omgevingen, integratietesten, most je zo vaak mogelijk doen en zo vroeg mogelijk in het proces, zodat het herhaalbaar, controleerbaar en uiteindelijk pijnloos wordt.
– build quality in: meet vanaf het begin voortdurend je kwaliteit en geef kwaliteitsproblemen absolute voorrang in je proces
– done means released: jets is pas af als het in een productie-omgeving staat. Maak je user stories zo klein mogelijk en maak ze meteen helemaal af, zodat ze zo snel mogelijk voor de gebruiker iets opleveren.
– everybody is responsible for the delivery process: iedereen is verantwoordelijk voor het proces om iets in productie te krijgen, dus niet alleen je beheerteam, niet alleen je testers, maar iedereen; best opgelost door multidisciplinaire teams in te richten
– continuous improvement: verbeter continu je proces.

Veel zaken in het boek worden voor mij iets te specialistisch: versie controle, branching en meeging, maar in grote lijnen is het goed te volgen en sluiten alle details aan bij de filosofie van de auteurs. En die filosofie is echt om te smullen, niet alleen voor de techneuten maar ook voor iedereen die geïnteresseerd is in de kracht van teamwerk en de mechanismen die daarin voorkomen.

Een absolute must als je iets met software ontwikkeling of beheer doet. Bij het Landelijk Register Kinderopvang passen we deze werkwijze bijna in zijn geheel toe; dus kom gerust eens langs als je het in de praktijk wil zien!

Jez Humble’s blog over Continuous Delivery: http://continuousdelivery.com/
David Farley’s blog: http://www.davefarley.net/
Boek op Amazon: http://www.amazon.com/Continuous-Delivery-Deployment-Automation-Addison-Wesley/dp/0321601912

David Zarefsky: Argumentation

The study of effective reasoning.

Ik had niet al te hoge verwachtingen van een 24-delige reeks colleges over argumentatie. Hoe vul je in hemelsnaam 24 keer een half uur over dat onderwerp? Het antwoord is als volgt:
– je huurt een prof in die een absolute expert is in dit onderwerp en die een hele mooie dynamiek heeft in zijn stem, waardoor je niet in slaap valt tijdens het luisteren
– die prof werkt een reeks uit met een uitstekende opbouw, waar je in alle principes van “redeneren” wordt meegenomen: vormen van argumentatie, opbouw van argumentatie, vormen van oneigenlijke argumentatie, het verschil tussen redeneringen voor het grote publiek, voor experts en tussen vrienden, etcetera
– je verwerkt er een heleboel voorbeelden in uit de Amerikaanse (politieke) geschiedenis, waardoor het allemaal nog net even interessanter wordt, immers: die redeneringen hebben de wereldgeschiedenis mede bepaald.

En voilà: 12 uur luisterplezier met een fatsoenlijke basiscursus, die je dagelijks kan toepassen. Met name de voorbeelden maken dat je echt kan meegaan in de waarde van argumentatie. Zarefsky analyseert de speech van Colin Powell voor de VN over de noodzaak van een inval in Irak, hij analyseert de verschillende argumenten voor en tegen slavernij, hij analyseert de speech na het bombardement op Pearl Harbor en neemt en passant uitspraken en redeneringen van Martin Luther King, Ronald Reagan, Lyndon Johnson en zo meer mee, toch niet de minsten. Maar hij gaat ook in op de discussies tussen ouders en kinderen (“ja maar de ouders van Pietje vinden het ook goed”, “waarom? omdat ik het zeg”)

http://www.thegreatcourses.com/greatcourses.aspx

http://www.communication.northwestern.edu/faculty/?PID=DavidZarefsky

http://www.amazon.com/Argumentation-Effective-Reasoning-Zarefsky-Teaching/dp/0251405826

Brad Blanton: Radical Honesty

How to transform your life by telling the truth

Een mindblower als nooit tevoren, en toch eigenlijk zo’n eenvoudige boodschap: wees zo eerlijk mogelijk.
Blanton, die 64 was ten tijde van het schrijven en heel wat heeft meegemaakt in zijn psychologische praktijk, zegt dat we eigenlijk allemaal heel ongelukkig worden van alle leugens in ons leven:
– we schamen ons voor dingen die we ooit gedaan hebben: of waar we niet voor uit durven komen: wat we andere mensen aangedaan hebben, seksualiteit, een abortie, vreemdgaan en liegen daar dus over
– we durven niet te zeggen wat we ergens van vinden, waardoor we van alles opkroppen en ons in allerlei bochten wringen om maar niet de waarheid te vertellen
– we bouwen allemaal beelden op van onze “identiteit” om daar vervolgens zo krampachtig mogelijk aan vast te houden, wat ook een vorm van liegen meebrengt.

Een beetje esoterisch beargumenteert Brad Blanton dat we als baby volmaakt open van geest zijn, maar zo gauw we iets beginnen te leren gaan we steeds meer op de automatische piloot doen (omdat we op basis van één ervaring de conclusie trekken dat het altijd zo gaat), waardoor we niet meer open naar situaties kijken. We krijgen van alles aan morele normen etcetera aangeleerd van onze ouders en onze omgeving, en die bepalen “hoe we over dingen denken”. Als een oom of tante een keer zegt dat “stoere jongens niet mogen huilen”, dan nemen we dat de rest van ons leven mee. En omdat we, of liever gezegd onze geest, zo graag een identiteit willen hebben en consistent willen zijn houden we daar vervolgens massaal aan vast. En eigenlijk worden we daar doodongelukkig van.

Blanton heeft het met name gemunt op religies en de advocatuur, omdat de mensen in die werelden een wereldbeeld opgedrongen krijgen dat per definitie kunstmatig is, niet op werkelijke perceptie gebaseerd en wel enorm normatief. En als je dan de hele dag je best doet om volgens dat wereldbeeld te leven, en je wordt geconfronteerd met je eigen tekortkomingen, lustgevoelens, uitzonderingssituaties, wensen en dingen die je niet kan verklaren vanuit je wereldbeeld, dan doet dat heel, heel pijn.

De oplossing is: radicale eerlijkheid. En wel op drie niveaus:
– eerlijk zijn over je verleden: biecht dat slippertje op, kom uit voor je geheime angsten of verlangens, vertel aan je ouders wat je in je jeugd hebt uitgespookt. Het gaat je enorm opluchten en je loopt niet meer met een last op je schouders rond
– eerlijk zijn over je gevoelens: zorg dat je in staat bent om in het moment zelf je woede, verdriet, angst en dergelijke te uiten, zodat je zo weinig mogelijk emotionele baggage meeneemt
– eerlijk zijn over je identiteit: hou op met krampachtig vasthouden aan je identiteit, en toets je denkbeelden aan de werkelijkheid. Als je niet allerlei kunstmatig gefabriceerde waarden en normen hoeft te verdedigen de hele dag dan herwin je de openheid en het bewustzijn van je kindertijd en kun je omgaan met situaties zoals ze echt zijn op dat moment.

Waarvan akte.

Blanton is in de eerste hoofdstukken heerlijk concreet, waardoor ik bijna iedere zin echt even moest laten binnenkomen. Verder op in het boek verliest hij zich in filosofieën over de openheid van kinderen en zegt hij min of meer acht keer hetzelfde in verschillende bewoordingen. Maar met die eerste hoofdstukken in gedachten is hem dat vergeven.

http://www.radicalhonesty.com/

Seth Godin: We are all weird

De kracht van de herhaling: marketinggoeroe Seth Godin snapt dat concept heel goed en krijgt het voor elkaar zijn hele boek te vullen met eigenlijk één boodschap, maar dan wel op -tig verschillende manieren herhaald: we zijn allemaal raar (of bijzonder) en daarom werkt massamarketing niet meer.

Godin is meestal goed in het vooruitlopen op nieuwe ontwikkelingen (tribes, permission marketing) of tenminste in het dusdanig uitleggen van nieuwe ontwikkelingen dat andere mensen ze begrijpen (linchpin). Deze keer heb ik iets gemist of is Godin gewoon wat minder goed geslaagd. The Long Tail van Chris Anderson kondigde het concept ook al aan en eigenlijk constateert Seth Godin dat de Long Tail langer wordt.

Massamarketing werkt niet meer want:
1. we worden steeds rijker
2. we hebben toegang tot steeds meer (sociale) media
3. we hebben toegang tot steeds meer producten
Dus kan iedereen zijn eigen bijzondere smaak botvieren, of ook wel: we zijn allemaal “raar”.

Die ontwikkeling wordt wel leuk geïllustreerd door voorbeelden dat in de jaren 60, toen iedereen op hetzelfde tijdstip naar hetzelfde tv-programma keek, hetzelfde wasmiddel kocht en dezelfde auto als de buurman wilde hebben. Maar… tsja… nu willen we allemaal een iPad toch?

www.sethgodin.com

http://www.amazon.com/Are-All-Weird-Seth-Godin/dp/1936719223

James Gleick: The Information

A history, a theory, a flood

Niet bepaald een “pageturner”. The Information is een nogal omvattende geschiedenis van “informatie”, variërend van het geschreven woord en het eerste woordenboek tot quantum computing en de informatie in DNA en zwarte gaten (?).

Bij vlagen inspirerend, maar met name een theoretische verhandeling. Het wordt leuk als er verbindingen worden gemaakt tussen technische ontdekkingen en veranderend gedrag, bijvoorbeeld bij het feit dat de introductie van het “geschreven woord” ook zorgde voor een hele nieuwe vorm van communiceren, of bij morse code, waarbij de pauzes tussen de piepjes in ook informatie werd. Een deel van het boek gaat over de statistiek achter digitale compressiemechanismen, waar onder andere blijkt dat “gewone” mensen de volgende letter van een woord en het volgende woord van een zin kunnen voorspellen.

Een naslagwerk, dat wel, maar waarvoor ik het precies zou naslaan is de vraag..

http://around.com/
http://www.nu.nl/boek/2525688/james-gleick–the-information.html
http://www.nytimes.com/2011/03/20/books/review/book-review-the-information-by-james-gleick.html?pagewanted=all
http://www.amazon.com/Information-History-Theory-Flood/dp/0375423729

Frank Luntz – Words that Work

It’s not what you say, it’s what people hear.

De mensen van Taalkliniek hebben al een aardig filmpje met Frank Luntz gevonden. Luntz is Amerika’s taaltovenaar en beschrijft in zijn boek ongeveer “welke woorden je wel en niet moet gebruiken”. En waarom was dat ook al weer relevant en belangrijk? Daar komtie: omdat verkiezingen gewonnen of verloren worden op het gebruik van de juiste woorden. Omdat stakingen doorgaan of afgewend worden op het gebruik van de juiste woorden. Omdat producten een groot succes worden of falen op het gebruik van de juiste woorden.

“Yes we can”. “I have a dream”. “I’m going to make him an offer he can’t refuse”. “I’m lovin’ it”. “Show me the money!”

Luntz gaat zo’n 6 uur in op allerlei voorbeelden waarbij de invloed van woordkeuze duidelijk wordt. Van “criminaliteitsbestrijding” naar “publieke veiligheid”. Van “olie boren” naar “energiewinning voor Amerikaanse burgers”. Van “illegalen uitzetten” naar “de veiligheid van onze grenzen bewaken”. Luntz doet ook daadwerkelijk onderzoek in opdracht van politieke partijen en bedrijven naar welke woorden “het beste vallen”.

Erg interessant en best bruikbaar als je je stuurgroep iets duidelijk probeert te maken. Maar… is het ook niet een beetje eng om te bedenken dat de leiders van jouw land over ieder woord wat ze zeggen nagedacht hebben en dat wij daar blijkbaar vatbaar voor zijn ook…? En andersom: if you can’t beat them, join them..

http://www.luntzglobal.com/wordsthatwork.php
http://www.amazon.com/Words-That-Work-What-People/dp/1401302599

Atie de Heer: Content organizing in de praktijk

“Alles over het strategisch inzetten van content”

Atie’s eerste boek houdt een beetje het midden tussen een naslagwerk en een hartstochtelijk pleidooi voor het belang van content in organisaties. In een kleine 170 pagina’s neemt ze de lezer mee in de wonderlijke wereld van content en hoe je content inzet en beheert in organisaties.

Het interessante aan het boek vind ik de verbinding tussen het inrichten van contentbeheer, contentstrategie en de doelstellingen van de (dienstverlening van de) organisatie. De modellen die worden gepresenteerd zijn goed bruikbaar om aan opdrachtgevers en management uit te leggen met welk perspectief ze naar vraagstukken rondom content moeten kijken. En die vraagstukken zijn er: vrijwel iedere grotere organisatie worstelt met de vraag hoe ze content kan beheren en bruikbaar maken voor verschillende kanalen, hoe ze proces- en administratieve content kan verbinden met bijvoorbeeld commerciële content, hoe ze wijzigingen in beleid of uitvoering consistent kan doorvoeren over meerdere kanalen, media en systemen en voor verschillende doelgroepen.

Niet onbelangrijk is de voortreffelijke casebeschrijving over de Antwoord© Contentcollectie als best practice hoe je over individuele overheidsorganisaties heen aan een geïntegreerde contentstrategie werkt, met bijbehorende redactieformules, contentmodellen en gezamenlijke uitwisselafspraken!

Tenslotte wordt Atie/Data Direction’s eigen model, het Content Organizing Model, toegelicht. Naar mijn mening komt het te weinig tot zijn recht. Juist met de praktische tools, die je vanuit dit model kan inzetten, kun je zicht krijgen op de kwaliteit van je eigen contentorganisatie, kun je je ambitieniveau bepalen en kun je concrete verbeterstappen definiëren.

Ik vind het boek soms wat onbeholpen geschreven. Er staan rijpe en groene voorbeelden door elkaar, alhoewel de structuur van het boek helder is gaat het lezen soms van de hak op de tak en regelmatig tref ik cirkelredeneringen of overmatige herhalingen: “Zonder content geen klanten, geen medewerkers én zelfs geen bestaan. Immers zonder contacten met klanten, en medewerkers die niet weten hoe ze de klantcontacten moeten afhandelen heeft de organisatie geen bestaansrecht. Content is dus van levensbelang voor elke organisatie, van welke omvang, aard en soort dan ook.” Wat ik aan de praktische kant mis is een trefwoordenlijst en literatuurlijst.

Maar: uit alles blijkt Atie’s liefde voor het vak. Sterker nog, ze mààkt van content een vak. Dat maakt het een memorabel boek. Atie de Heer is een pionier in het professionaliseren van contentorganisaties, die door haar vakkennis, ervaring en niet in de laatste plaats door haar charme menig organisatie verder kan helpen.

http://www.datadirection.nl/blog/2010/11/30/publicatie/

Eric Schlosser: Fast Food Nation

tumblr_l48zz2bGhN1qzp67qo1_500

What the All-American Meal is Doing to the World.

Er is een boel aan de hand met fast food, aldus Schlosser. Werknemers worden uitgebuit. De keten wordt dusdanig geïndustrialiseerd dat de meeste bedrijven weinig anders rest dan op zo groot mogelijke schaal opereren. De kans op verspreiding van ziekten wordt groter. Alle Amerikanen zijn dik. Kleine restaurantjes verdwijnen uit het straatbeeld. Kinderen worden gemanipuleerd. We creëren een afvalberg. Ons landschap transformeert onder de productielast voor fastfoodrestaurants Minderjarigen moeten dag en nacht werken voor een hongerloontje. Het vak van de horeca wordt uitgekleed. Het wordt één homogene zee van dezelfde restaurants overal. De wereld wordt ge-Amerikaniseerd. Er zijn hele industrieën gebaseerd op smaakstoffen (ja ook jouw chips met patatje Joppie smaak). Vakbonden worden systematisch buitengehouden. Bedrijfsongevallen worden verdoezeld. Hygiëneregels worden met voeten getreden. De overheid heeft er geen grip op. Congresleden worden gesponsord. Subsidies worden misbruikt om tijdelijke werknemers te betalen. En zelfs Michail Gorbatsjov lijdt er onder. ’t Is kommer en kwel..

http://en.wikipedia.org/wiki/Fast_Food_Nation